Zeven Zestigers [ 1983-1985 ]

Terug

2/12  -  Nooit meer een reeks

In 1983 startte ik met de reeks ‘Zeven Zestigers’ een zeer ambitieus karwei. Groot geworden met de poëzie van de jaren 60 en een liefhebber ervan, nam ik mij voor om te proberen die poëzie in kaart te brengen.

Allereerst moest de keuze worden gemaakt welke dichters tot die generatie gerekend zouden moeten worden. Het jaar waarin zij debuteerden (objectief) en de vraag of zij ‘blijvers’ zouden zijn (subjectief) waren mijn belangrijkste criteria. Bovendien wilde ik me, om de reeks niet te lang te maken, beperken tot zeven personen. Zo kwam ik tot de volgende keuze: H.C. ten Berge, J. Bernlef, Hans Faverey, Jacques Hamelink, Judith Herzberg, Rutger Kopland en Willem van Toorn. Achteraf gezien is dit nog zo’n slechte keuze niet geweest.

Achtereenvolgens verschenen:

Tramontane [ 1.1.13 ]
Zelfportret [ 1.1.15 ]
Gezicht op Rhenen
[ 1.1.16 ]
Vijftien Gedichten [ 1.1.17 ]
Twintig Gedichten [ 1.1.18 ]
Vroeger [ 1.1.22 ]
Dit van woorden gebouwd huis [ 1.1.24 ]

Bijzonder aan de reeks was dat ik de dichters vroeg om zelf een representatieve keuze uit hun werk te maken. Dat hebben zij alle zeven als vreemd maar heel positief ervaren: doorgaans wordt zo’n keuze door anderen gemaakt. Het zal duidelijk zijn dat hun keuze al stof opleverde voor de schrijver van de inleiding op het werk. Voor elke bundel een literair criticus te vinden die een inleiding op het werk zou schrijven, was ook een enorme uitdaging. Het bleek niet eenvoudig te zijn om zeven mensen te vinden die naast affiniteit met het werk van de dichter ook over de kundigheid beschikten een goede tekst te schrijven. Ik kan hier nu wel verklappen dat ik teksten heb moeten weigeren. 

De zeven bundels verschenen in drie jaar tijd. Om verzekerd te zijn van hetzelfde papier in alle delen heb ik bij een papierfabriek papier laten maken. De naam die ik dit papier gaf, Buddleia, was mooi en passend: ik houd nu eenmaal van totaalconcepten waarin alles past en rijmt.
Het was een hels karwei, het redigeren, zetten, drukken en uitgeven van deze reeks. Ik beloofde mijzelf dan ook om nooit meer een reeks te zullen uitgeven. Gelukkig ben je die negatieve dingen snel vergeten. Wat bleef was niet alleen deze mooie en literair waardevolle reeks, maar vooral ook de herinneringen aan de vele ontmoetingen en inspirerende gesprekken met de auteurs en inleiders. Met sommigen van hen is het contact tot op de dag van vandaag gebleven.

Het drukkersmerk in de zeven delen van deze reeks is het beeldmerk dat Hans Landsaat tekende voor de uitgave Als een boom die bloeit en overwintert [ 1.1.10 ]. Na het watermerk in de allereerste uitgave was dit het eerste gedrukte beeldmerk voor de Atalanta Pers. Daarmee kwam een eind aan mijn opzet om bij elke uitgave een ex libris te laten maken voor de boeken van mijn vrouw en mijzelf.
Sindsdien wordt voor elke Atalanta-uitgave een bij de opmaak van het boek passend beeldmerk ontworpen, zo mogelijk door de medewerkende kunstenaar.

Aan de belofte nooit meer te zullen beginnen aan het maken van een reeks heb ik me gelukkig niet gehouden. Sinds die eerste zijn er nog verschillende gevolgd, zoals de ‘Dialogen’ , ‘Elementen’ en ‘verkenningen'. En niet te vergeten de langstlopende van alle reeksen, die van de lentekaarten. Daarvan zijn er inmiddels zelfs al 47 verschenen. Bij de afbeeldingen kunt u er een van zien. In de tentoonstelling later dit jaar in Museum CODA zal aan deze reeks uitgebreider aandacht worden geschonken.


Heeft u een vraag of een opmerking?  Klik hier.

Vorige
Terug
klik op de foto om alle afbeeldingen te zien