5 - Zbigniew Janeczek
Bij mijn vriend Herber Blokland, uitgever en grafiekverzamelaar (zie: aflevering 01), kreeg ik veel onder ogen. Zo ook het werk van de Poolse kunstenaar Zbigniew Janezcek. Ik was onmiddellijk geboeid en nodigde hem uit mee te werken aan een volgende uitgave, een keuze uit de korte verhalen van Julio Cortázar. Zo kwam “Het te pletter slaan van de druppels” tot stand (1.1.7). Janeczek gaf ook aanwijzingen voor de typografie, gewend als hij was aan het zelf maken van boeken. Ook drukte hij zelf de etsen.
Blij met deze mooie uitgave wilde ik het resultaat ook graag delen met de auteur, Julio Cortázar. Langs vele omwegen bereikte hem uiteindelijk een exemplaar van het boek. Met zijn reactie (zie foto) waren we uiteraard erg ingenomen.
Ook de samenwerking met Zbigniew Janezcek leidde tot een vriendschap die niet alleen via briefcontact werd geuit. Tijdens zijn verblijf van enkele weken bij ons in Baarn maakten we in mijn atelier samen een tweede uitgave: “Zelfportret zoals het voelt” (1.1.11). Door de intense samenwerking, de vele gesprekken en het bezoek dat wij het jaar daarna aan hem en zijn kunstenaarsvrienden in Polen brachten (het was nog in de tijd van Jaruzelski) leerden we wat vrijheid betekent. Het etsje dat hij voor ons maakte spreekt boekdelen. Ik moet er nog vaak aan terugdenken als ik vandaag de dag de beelden uit Oekraïne op tv zie.
De contacten die we met kunstenaarsvrienden in Polen legden, hebben nog geleid tot de uitgave van “Zie je…” (1.1.21). De 12 lino’s van Krzysztof Wawrzyniak, oorspronkelijk bedoeld als illustraties voor een kalender (zie foto’s) begeleiden hier als een beeldverhaal een tekst van Rilke.
Helaas zijn de contacten met Polen in de loop der jaren verwaterd.
De uitgave van de korte verhalen van Julio Cortázar zijn bijzonder te noemen, omdat we in de afgelopen 45 jaar nauwelijks proza hebben uitgegeven. De keus voor de poëzie werd onder meer bepaald door het feit je voor proza over veel meer loodletter moest beschikken. Maar onderliggend is het toch hoofdzakelijk de liefde voor de poëzie geweest die me voor deze tekstvorm heeft doen kiezen.
Toch verscheen in 1982 nog een boekje met (poëtisch) proza van Octavio Paz, in 1985 gevolgd door een prozafragment van Joeri Trifonov. In 2000 kwamen 10 prozafragmenten bijeen in “Licht van mijn leven”. Met onder meer enkele beschouwingen vierden we in “Honderd seizoenen Atalanta Pers”(2004) het 25-jarig bestaan. Ook mijn tekstbijdragen over Ko Oosterkerk in “Zwart is een kleur” (2010) en over Masha Trebukova in “Uit de leegte”(2013) behoren in meerdere of mindere mate tot de proza-uitgaven van Atalanta Pers evenals de uitgave “Voedsel tot nadenken” uit 2020.
“Het vreemde feest” uitgebracht in 2024 sluit deze uitzondering op een ongeschreven Atalanta-regel voorlopig af.
Vorige | Volgende |