Over het boek
Deze tekst begon dit voorjaar als een zich snel uitbreidende reeks zesregelige gedichten waarin steeds in drie stappen een afdaling wordt beschreven: van God naar materie, van ratio naar lust, van superego tot id, van de bovenleiding van een trein op een spoorbrug naar de schepen onder die brug etc. etc. Daarmee zijn het allemaal verbeeldingen van 'katabasis', een Tocht naar Beneden. Vervolgens heb ik er een prozatekst omheen gevlochten, die begint en eindigt in het Bimhuis, waar ik in het voorjaar saxofonist Joe Lovano hoorde spelen (mijn 'epos' Steencirkels begint en eindigt daar ook; de mannelijke drummer van Lovano heette, opmerkelijk genoeg, Carmen). Ook de roltrappen op metrostation Rokin spelen een rol. Maar ook mijn huis in Winterswijk, en mijn eerdere woonplaatsen Oosterbeek (waar het landgoed 'De Hoge Oorsprong' ligt) en Amsterdam-Noord. Er wordt naar goden/naar een godin gezocht, er vindt een metamorfose plaats van wesp naar 'stadsreus' ....
Woorden van Piet Gerbrandy in een mail bij de intrigerende tekst die hij stuurde, een tekst die zo aansprekend was dat de Atalanta Pers geen moment aarzelde daar een uitgave van te maken.
Bij de vormgeving ervan is de vrijheid genomen twee beelden aan het geheel toe te voegen, één aan de tekst voorafgaand en één aan het slot, beelden die veelzeggend zijn zonder iets te verklaren. Ook is in overleg met de dichter van de vijf gekozen mottoteksten de laatste aan het eind van het boek geplaatst, naast de afbeelding die deze bundel afsluit.
Piet Gerbrandy
Piet Gerbrandy (1958) is dichter, classicus en essayist. Voor zijn werk ontving hij verschillende prijzen: Luycy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Herman Gorterprijs, de Frans Kellendonk-prijs en de Jan Campert-prijs. In 2015 werden zijn gedichten tot dan toe verzameld in 'Voegwoorden'. Gerbrandy maakt deel uit van de redactie van De Gids.
In 2011 verscheen bij de Atalanta Pers de bundel Moerbeivlekken (1.1.86).